We eisen ons recht op vereniging en vrije meningsuiting

We eisen ons recht op vereniging en vrije meningsuiting.Platformtekst voor de grondwettelijke vrijheid op vereniging en vrije meningsuiting – 1 juni 2007België heeft een lange democratische traditie van actieve participatie van het maatschappelijk middenveld in het politieke debat. Doorgaans bestond er een vrij brede interpretatie van het recht op vereniging en het recht op vrije meningsuiting die beide grondwettelijk zijn verankerd. Sociale actie is onlosmakelijk verbonden met deze rechten.Een aantal gebeurtenissen de jongste jaren tonen dat vrijheid van vereniging en vrije meningsuiting nog steeds niet definitief verworven zijn. In het kader van de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit en het terrorisme zijn de bevoegdheden van de politiediensten de laatste jaren enorm uitgebreid. De nieuwe instrumenten maken het mogelijk om sociale bewegingen te controleren en hun actievrijheid in te perken.Het werkveld van ngo's dreigt te worden gecriminaliseerd. Legitieme vragen en kritiek worden gezien als een bedreiging. Zij komen vaak in conflict met het recht op eigendom of met de openbare orde. Telkens wanneer een zakelijk belang in het gedrang komt, wordt al snel naar middelen gegrepen om het recht op sociale actie in te perken. De recente beschuldiging van bendevorming aan het adres van Greenpeace Belgium door Electrabel, is een gevaarlijke evolutie.Sinds 11 september is er daarenboven ook in België een tendens om radicale standpunten te koppelen aan terrorisme. De gerechtelijke actualiteit in ons land met de beschuldiging van de drie Luikse andersglobalisten voor lidmaatschap van een criminele organisatie enerzijds en de affaire Bahar Kimyongür anderzijds, doet de indruk ontstaan dat een aantal wetten en meer in het bijzonder de antiterrorismewetgeving zware straffen mogelijk maakt voor daden die onder geen enkele vorm gewelddadig, laat staan terroristisch waren. Het ging in beide gevallen veeleer over geweldloze acties van militanten of het uiten en verspreiden van een mening.De verenigingen kunnen niet toelaten dat hun grondwettelijk recht op vereniging en vrije meningsuitinginkrimpt. Vandaag ondervinden de verenigingen dat die bewegingsruimte op verschillende manieren wordt aangetast:

  1. Door misbruik van procedure (voorbeeld: verwijzing naar artikels uit het strafrecht die niet vantoepassing zijn zoals artikel 322 over bendevorming)
  2. Door strafrechterlijke vervolging van acties (intimidatie door zware beschuldigingen)
  3. Door een antiterrorismewet die fundamentele rechten aantast
  4. Door uitbreiding van bevoegdheden van politie- en inlichtingendiensten
  5. Door eenzijdige verzoekschriften die acties stopzetten
  6. Door het afdreigen met schade-eisen of klachten voor laster en eerroof
  7. Door arrestaties en huiszoekingen

Militanten van vakbonden, politieke partijen, ngo’s, de andersglobalistische beweging en de vele anderen diezich inzetten voor sociale en ecologische vooruitgang, internationale solidariteit of mensenrechten kunnen gecriminaliseerd en aansluitend disproportioneel zwaar veroordeeld worden.De bescherming van de grondwettelijke vrijheden behoort tot de essentie van de rechtsstaat. De organisaties die deze platformtekst vragen dan ook aan de volgende federale regering om deze trend te corrigeren en wetgevende initiatieven te nemen om de interpretatie over wat behoort tot het gebied van de sociale contestatie in al haar vormen te verduidelijken en uit de sfeer van de strafwet, van misdadige of terroristische actie te halen.

AttachmentSize
Download de platformtekst als pdf-bestand.43.04 KB